In ons vorig blog hadden we het over het detecteren van koolmonoxide en waterstofsulfide. Heb je dit artikel gemist? Lees het dan nu! Klik hier.
We merken dat politie meestal (niet altijd) gebruik maakt van een persoonlijke CO-detector. Wist je dat er ook andere brandbare en toxische gassen kunnen vrijkomen tijdens een (politie) interventie? In het blog van deze week hebben we het over detectie van brandbare gassen.
Brandbare gassen (methaan/aardgas)
Naast zuurstof, koolmonoxide en waterstofsulfide is er nog een vierde parameter van belang. Tijdens interventies kan je in contact komen met brandbaar gas of explosiegevaar. De meest voorkomende brandbare gassen zijn methaan (of aardgas), benzine, waterstof en LPG. LPG is een mix van propaan en butaan. Aardgas bestaat uit ca. 75% methaan.
Regelmatig horen we dat er een “gasgeur” hangt. Als er geurstoffen (mercaptanen of THT) aan aardgas zijn toegevoegd, kan je “gas” ruiken. Maar dit is niet altijd zo. Er kan dus gas hangen zonder dat je het ruikt.
Niet elke concentratie van brandbaar gas kan een explosie veroorzaken.
Wat is er belangrijk?
Er zijn 3 componenten nodig voor het veroorzaken van een explosie: brandbaar gas, zuurstof en een ontstekingsbron. Dit wordt de branddriehoek genoemd. Niet elke mengverhouding zuurstof/brandbaar gas kan een explosie veroorzaken. Voorbeelden van een ontstekingsbron zijn: een gsm, het licht dat aan- of uitgaat, een aansteker, een heet oppervlak, een elektrische vonk, open vuur, een elektrostatische ontlading, …
Hoe kan een explosie ontstaan? De ruimte is gevuld met gas. Er is geen zuurstof aanwezig. Op dit moment is er geen explosie. Het mengsel is te rijk. Te rijk aan gas, te arm aan zuurstof. Als je aankomt op een interventie en je zonder nadenken de deur (of een raam) opent, dan komt er zuurstof in de ruimte. De zuurstof verdringt het gas (dat naar buiten wordt gestuurd). Als de zuurstofconcentratie stijgt en de gasconcentratie daalt komt je in het explosiegebied terecht.
Is er op dit moment ook een ontstekingsbron, dan is een explosie het resultaat.
Brandbare gassen kan je detecteren met een LEL-sensor. LEL staat voor Lower Explosion Limit. Elk brandbaar gas heeft een LEL-waarde. Deze ligt vast. Vanaf deze concentratie kan het gas, indien er ook een ideale concentratie zuurstof aanwezig is, ontsteken.
Naast een LEL heeft een brandbaar gas ook een UEL = upper explosion limit. Dit is de hogere explosie limiet.
Het explosiegebied is het gebied tussen LEL en UEL. Het rode gebied op de tekening.
In deze tekening zie je het voorbeeld van methaan met een LEL van 4,4 vol% en een UEL van 16 vol%. Tussen 4,4 en 16 vol% methaan zit je in het explosiegebied.
Boven de 16 vol% is het mengsel te rijk. Er is te veel gas en te weinig zuurstof. Onder de 4,4 vol% is het mengsel te arm. Er is te weinig gas, te veel zuurstof.
Boven een concentratie van 4,4 vol% methaan wil je nooit zitten!
Krijg je een melding van een gasgeur, dan moet je een LEL-sensor bij hebben. Deze zal een uitlezing geven in %LEL, niet in vol%. Op de tekening zie je dat 4,4 vol% methaan overeenkomt met 100% LEL.
Geeft de LEL-sensor een waarde van 10% LEL dan zit je in 0,44 vol% methaan.
LEL-sensoren worden ingesteld op een laag alarm van 10% LEL, omdat je dan nog tijd hebt om weg te lopen. Zou een alarm worden ingesteld op 100% LEL, dan is het te laat.
LEL-sensoren hebben een standaard meetbereik van 0 tot 100% LEL.
Let wel: ook LEL-sensoren hebben een vertraging. De sensor zal net als de zuurstofsensor, CO en H2S niet direct reageren. Ook deze heeft een T90 van ca. 30 seconden.
Vorder je te snel, dan zal je de gaswolk al gepasseerd zijn bij het detecteren van een %LEL. Of je staat er midden in! Geef je gasdetectietoestel en sensor dus de tijd om te reageren! Twijfel je over het wel of niet aanwezig zijn van brandbaar gas, dan neem je beter een standaard LEL-sensor mee op een interventie. Jouw veiligheid is altijd prioriteit!
Belangrijk! Word je opgeroepen voor een gasgeur dan is het beter om een gepompt toestel met een uitschuifbare probe mee te nemen. Je kan de probe tussen de deur steken (of voor je uit), zodat je zelf in de “veilige” omgeving kan blijven staan. Je hebt het toestel met display in de hand. Als je de LEL-waarde ziet veranderen is er brandbaar gas aanwezig en ga je beter niet naar binnen.
Last but not least. Er zijn 2 types LEL-sensoren: een katalytische LEL-sensor (LEL KAT) en een infrarood LEL-sensor (LEL IR). De standaard sensor is de katalytische. Deze sensor is gebaseerd op de branddriehoek en wordt standaard meegenomen als er voldoende zuurstof aanwezig is. Er moet minimaal 14 vol% zuurstof aanwezig zijn, voor een goede werking van de LEL KAT.
De infrarood LEL-sensor heeft geen zuurstof nodig. Wel detecteert de infrarood LEL-sensor niet alle brandbare gassen. Zo wordt waterstof, CO, H2S, ammoniak, acetyleen, … NIET gedetecteerd.
Is er voldoende zuurstof aanwezig, dan neem je best een katalytische LEL-sensor. Deze sensor zit in 95% van alle multigastoestellen. Dit is ook de standaard sensor en wordt meestal genomen.
Wil je meer weten over het detecteren van brandbare gassen? Lees dan zeker dit artikel.
Geeft de zuurstofsensor tijdens een interventie een extreme daling (en alarm) van bijvoorbeeld 17 vol%, dan adviseren we politie of een interventiedienst (zonder perslucht) niet meer naar binnen te gaan! Er is te weinig zuurstof aanwezig. Ook kan je niet langer met 100% zekerheid voortgaan op de uitlezing van de (katalytische) LEL-sensor. Ook al geeft de sensor 0% LEL aan, toch kan er brandbaar gas aanwezig zijn. Een katalytische LEL-sensor is onbetrouwbaar bij een tekort aan zuurstof!
Momenteel wordt er wel een CO-meter meegenomen tijdens een (politie) interventie. Je wordt dan niet gealarmeerd bij aanwezigheid van de drie andere parameters: zuurstof, brandbare gassen en waterstofsulfide.
Beter is om gebruik te maken van een standaard 4-gasser. Daar heb je de keuze tussen toestellen met of zonder uitlezing. Toestellen die je dagelijks moet opladen of toestellen die een langere autonomie van bijvoorbeeld 2 maanden hebben.